Geschiktheidstest rij-instructeur
Benieuwd of de geschiktheidstest iets voor jou is? We hebben een voorbeeld geschiktheidstest online geplaatst. Ga aan de slag, pak een vel papier en noteer de letters A, B, C, tot en met I. Kies bij elke vraag het antwoord dat het beste bij jou past en zet een streepje achter de desbetreffende letter.
Vraag 1: Heb je al een eerdere opleiding afgerond?
- Ja, ik ben in het bezit van mijn VMBO diploma. (C)
- Ja, ik ben in het bezit van mijn HAVO diploma. (F)
- Ja, ik ben in het bezit van een VWO diploma. (I)
- Nee, ik heb geen diploma in mijn bezit. (J)
Vraag 2: Het afgelopen jaar heb ik een ongeluk gehad met mijn auto
- Ja, meerdere ongelukken (A)
- Slechts één ongeluk, maar dit was wel mijn schuld. (A)
- Slechts één ongeluk, maar je kon hier niets aan doen. (B)
- Nee, hoogstens één keer lichte lakschade. (C)
Vraag 3: Je oma vraagt of je haar kunt uitleggen hoe haar telefoon werkt. Na 3x uitleggen begrijpt ze het nog niet.
- Je ben er he-le-maal klaar mee en legt aan Oma uit dat het geen zin heeft om een telefoon te leren begrijpen. (G)
- Je wordt ongeduldig en zucht een keer, maar legt de stappen nog een keer uit. Je helpt oma door de stappen uit te schrijven, zodat ze zelf kan oefenen. (B)
- Je geeft niet op, maar probeert het opnieuw. Je vraagt wat oma precies lastig vind en legt de stappen op een andere manier uit. (C)
- Je helpt nooit iemand en je legt dit ook nooit uit, dus deze situatie past niet bij je. (G)
Vraag 4: Je wordt aangenomen bij een bedrijf en krijgt drie salarisvoorstellen. Welk voorstel kies je?
- 1.800 euro per maand en veel vrijheid. Zo bepaal je zelf op je op komt dagen of dat je dagen thuisblijft. (H)
- 2.300 euro per maand en een beetje vrijheid. Je werkt wel 40 uur per week, maar je mag zelf bepalen hoe je die uren invult. (I)
- 2.800 euro per maand en geen vrijheid. Je werkt 40 uur per week binnen en doet continu hetzelfde vervelende klusje. (H)
- Ik ga niet akkoord met deze voorstellen, ik wil meer dan 2.800 euro per maand verdienen. (D)
Vraag 5: Je staat op een evenement en je moet de verschillende voorbijgangers aanspreken en vragen stellen. Op welke doelgroep stap je het liefste af?
- Op kinderen. Kinderen zijn lekker spontaan en flappen alles eruit. Ik vind het heerlijk om met kinderen te praten. (E)
- Op 40-jarigen. Zij hebben vaak al wat ervaring en genoeg te vertellen over hun werk of het gezin. Ik kan makkelijk een gesprek voeren met mensen in deze leeftijdsgroep. (E)
- Op jongvolwassenen. Die staan midden in het leven en hebben vaak veel verschillende interesses. Ik kan makkelijk met hen praten. (F)
- Op bejaarden. Die praten na een paar vragen vanzelf. Soms hoef je helemaal niet te praten, omdat ze je de oren van het hoofd kletsen. (G)
Vraag 6: Hoeveel van deze verkeersborden herken jij? En kun je uitleggen wat ze betekenen?
- Ik herken alle verkeersborden direct en kan uitleggen wat ze betekenen. (F)
- Ik herken drie verkeersborden. Het 'onbekende bord' moet ik toch even nakijken. (B)
- Ik herken één of twee verkeersborden. Mij kennis moet nog wat vergroot worden! (B)
- Ik herken geen verkeersbord. (A)
Vraag 7: Wat voor werk vind je het leukst?
- Laat mij maar lekker op mezelf werken. Dan ben ik geconcentreerd en wordt ik niet afgeleid door anderen. (G)
- Een baan waarbij ik veel verschillende mensen ontmoet. Ik krijg energie van andere mensen. (C)
- Ik wil zoveel mogelijk afwisseling en flexibiliteit. Iedere dag mag van mij anders zijn. (I)
- Een baan met een hoge werkdruk en veel denkwerk is een uitdaging voor mij. (E)
Vraag 8: Je gaat op vakantie naar het verre Frankrijk. Hoe regel jij het autorit?
- Ik wissel na een uur met mijn medepassagier. Mijn spanningsboog is niet zo lang. (A)
- Ik rij de hele rit naar Frankrijk in één keer. (B)
- Ik rij helemaal niet, ik wordt niet enthousiast van het rijden en wil mijn energie sparen voor de vakantie. (D)
- Het liefst rij ik de hele autorit, maar het is verstandig om na 4 uur toch even te wisselen. (F)
Vraag 9: Je belt de leverancier met wat vragen over je abonnement. Begrijp hij je in één keer?
- Ja! Of ik nu uit Zeeland, Friesland of Brabant kom. Ik spreek ABN (Algemeen Beschaafd Nederlands) als de beste! (F)
- Ja! Nederlands is mijn tweede taal, maar ik spreek de taal bijna even goed als mij moedertaal. (C)
- Jawel, Nederlands is mijn tweede taal en ik kan me goed verstaanbaar maken. (B)
- Ik hoop het. Nederlands leer ik steeds beter! (J)
Vraag 10: Je bent 's morgens vroeg onderweg naar je werk. Vanuit je ooghoek komt er met snelheid iemand op je afrijden. Net op het nippertje kun je hem ontwijken. Het blijkt een dronken bestuurder te zijn.
- Ik ben woest en trek de bestuurder achter het stuur vandaan. Hoe durft hij tegen mijn auto aan te rijden! (D)
- Ik ben geschrokken, maar reageer kalm als de bestuurder zijn excuses maakt. Hij deed het niet expres. (E)
- Ik begrijp niet dat hij met drank achter het stuur gaat. Hoewel ik natuurlijk erg geschrokken ben, vertel ik mijn mening over het drankgebruik. (F)
- Ik scheld er op los en bel snel de politie. Deze man verdient het om opgepakt te worden. (D)
Klaar?
Vul je naam en e-mailadres in via het onderstaande formulier en kom erachter of je geschikt bent om als instructeur aan de slag te gaan!